Blusmiddelen

  1. Blusmiddelen

Brandblusmiddelen

Brand kan grote schade tot gevolg hebben. Het is daarom belangrijk om in jouw bedrijf blusmiddelen te hebben waarmee je een beginnende brand kunt bestrijden. Bijvoorbeeld: brandslanghaspels, handblusmiddelen en blusdekens. De medewerkers die ermee moeten omgaan, hebben voor gebruik een opleiding nodig. Daarnaast is onderhoud noodzakelijk als je er zeker van wilt zijn dat de blusmiddelen goed werken.

Waarom heb je blusmiddelen nodig?
Een uitslaande brand is al snel oncontroleerbaar. Zo’n brand is bijna niet te blussen, zeker niet door leken. Dat kan uiteindelijk leiden tot het verlies van het gebouw en alles wat daarin staat. Een uitslaande brand is te voorkomen als je er snel bij bent. Als een brand net ontstaat, kun je namelijk vaak nog ingrijpen om verspreiding te voorkomen. Daar heb je dan wel middelen voor nodig. Kleine blusmiddelen zijn hiervoor het meest geschikt.

Welk blusmiddel kun je het best gebruiken?
Welk blusmiddel je het best kunt gebruiken, is afhankelijk van het materiaal dat in brand staat. Bij elk type materiaal past een draagbare blusser van een bepaalde klasse.

Dit is de onderverdeling:

  • brandklasse A: voor vaste natuurlijke stoffen; deze stoffen branden meestal met een gloed;
  • brandklasse B: vloeistoffen en stoffen die vloeibaar worden;
  • brandklasse C: gassen;
  • brandklasse D: metalen;
  • brandklasse F: frituur.

Draagbare blustoestellen bevatten verschillende blusmiddelen:

  • Schuim: met name geschikt voor brandklasse B (en in aangepaste vorm voor F) en als  sproeischuim blusser kunnen ook elektrabranden worden geblust
  • Poeder: geschikt voor met name brandklasse A, B en C (en in aangepaste vorm voor D);
  • Koolzuur (CO2): geschikt voor met name elektrische en/of elektronische apparatuur.

Tip: Pas trouwens op met poederblussers. Poeder kan grote nevenschade veroorzaken, bijvoorbeeld aan apparatuur en installaties. Poeder is daarom alleen geschikt als de kans op nevenschade klein is.

Zand en water als blusmiddel
Je kunt ook zand als blusmiddel gebruiken, en uiteraard water. Zijn er brandslanghaspels aanwezig, dan is water onbeperkt aanwezig. Veel metaalbranden mag je overigens niet met water blussen, omdat er dan explosiegevaar ontstaat.

Wat moet je doen en nalaten bij een vetbrand?
Je blust brandend vet het best met een speciale vetblusser. Een vetblusser dicht het brandende vet af en smoort zo de brand. Je kunt een vetbrand ook met CO2 blussen, maar dan bestaat het risico dat de brand weer oplaait. Heb je de vetbrand met CO2 geblust, dan moet je het vet daarna met een deksel of blusdeken afdekken. Met een blusdeken sluit je de toevoer van zuurstof af. Daardoor dooft de brand. Let op! Blus een vetbrand nooit maar dan ook nooit met water.

Wat kun je nog meer doen om een brand te blussen?
Hiervoor las je welk blusmiddel het meest geschikt is in een bepaalde situatie waarin er brand is. Maar om een beginnende brand met succes te bestrijden is dat niet genoeg. Je moet ook preventieve maatregelen nemen. E.e.a. kan worden opgenomen in het zogenaamde BHV (bedrijfshulpverlening) plan. Zie onderstaand enkele onderdelen op dit vlak, te weten;

  • Zorg ervoor dat medewerkers kunnen omgaan met blusmiddelen.
  • Zorg ervoor dat je beschikt over de juiste blusmiddelen, passend bij de brandklassen.
  • Plaats de blusmiddelen duidelijk zichtbaar en op goed bereikbare plaatsen.
  • Zie erop toe dat een gespecialiseerd REOB-bedrijf de blusmiddelen jaarlijks keurt.
  • Zorg ervoor dat je de brandslanghaspels goed kunt uitrollen en dat je er alle plaatsen mee kunt bereiken. Let bijvoorbeeld op stellingen: staan die niet in de weg?